Toelichting
Transparant maken/houden van gemeentelijke opgaven en middelen en inzichtelijk maken van de keuzes
In de aanloop naar de begroting 2022 heeft uw raad al in het najaar en de winter van 2020/2021 verschillende themasessies gehad. Ook zijn er digitale informatiesessies geweest met de verschillende fracties waarin u heeft kunnen werken met een door ons college ontwikkelde rekentool. Op deze wijze heeft ons college u steeds duidelijkheid gegeven in de effecten van verschillende opgaven, ambities en maatregelen.
In een tijd van grote opgaven vanuit onze gemeente en grote onduidelijkheid vanuit het Rijk hebben wij uw raad steeds met de meest actuele informatie bijgepraat over de ontwikkelingen in het financiële meerjarenbeeld. In de context-en-kadersavond van 10 maart 2021 heeft uw raad ons college een richting gegeven voor de dekkingsmaatregelen (FmA II), ter verwerking in de Richtnota 2022. Vanwege de grote onduidelijkheid, met name op het gebied van de compensatie van de tekorten in de Jeugdzorg, de opschalingskorting en de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds is in aanloop naar de Richtnota 2022 door ons college besloten u geen kaders vast te laten stellen voor onze begroting 2022, om u ook geen ongewenste besluiten te laten nemen die later mogelijk onnodig blijken te zijn. Hiervoor in de plaats hebben wij uw raad geïnformeerd via de Richtbrief 2022.
In de Richtbrief 2022 is het verwachte begrotingstekort en de opgave die op dat moment gold, genoemd. Deze brief is in de context-en-kadersavond van 28 juni verder aan u toegelicht. In september 2021 hebben wij in een drietal C&K-avonden een toelichting gegeven op het meerjarenbeeld en hebben we in nauwe samenwerking en op voorstel van uw raad maatregelen opgenomen in de begroting, zodat ons college uw raad een sluitende meerjarenbegroting heeft kunnen presenteren. Op deze wijze heeft ons college de gemeentelijke opgaven en middelen steeds transparant gepresenteerd en toegelicht en daarbij benodigde financiële en beleidskeuzes inzichtelijk gemaakt.
Jaarlijks 95% van de bekende risico’s kwantificeren
We zullen er altijd naar streven om zo veel mogelijk alle risico’s te kwantificeren. Dit lukt niet altijd omdat of de kennis of het inzicht (nog) niet bestaat of omdat het om andere redenen niet genoemd kan worden. Dit is bijvoorbeeld het geval als nog niet duidelijk is welke partij verantwoordelijk is voor welk deel van de verwachte kosten of als er nog onderhandelingen gaande zijn over de afwikkeling van een mogelijk risico of als er een aanbesteding moet plaatsvinden over het herstel van het risico. In de begroting 2022 hebben wij op verzoek van uw raad en met de aanwezige kennis heel veel risico’s uiteindelijk wel gekwantificeerd. In de begroting 2022 is bij de incidentele risico’s het risico van de dijkwegen niet gekwantificeerd. Bij de structurele risico’s zijn de risico’s op extra lasten voor reguliere jeugdhulp, wethouderspensioenen en uitvoeringskosten voor werk en inkomen (DVO) niet gekwantificeerd. Helaas was het niet mogelijk om bij de structurele risico’s de norm van 95% te halen. In al deze gevallen is toegelicht waarom kwantificering niet mogelijk was.
Het aangehouden weerstandsvermogen voor zowel de incidentele risico’s als de structurele risico’s handhaven
In de begroting 2021 en 2022 was en is het weerstandsvermogen groot genoeg om de incidentele gekwantificeerde risico’s op te vangen. Structureel was het weerstandsvermogen in het meerjarenbeeld van de begroting 2021 niet voldoende als er geen besluiten zouden worden genomen ter dekking van de tekorten in het meerjarenbeeld. In de begroting 2022 was het structurele weerstandsvermogen voor 2022 en 2023 bijna 1 en voor 2024ev negatief. Met de effecten van de septembercirculaire meegerekend is het weerstandsvermogen ook voor de structurele risico’s in overeenstemming met (zelfs hoger dan) de vastgestelde ratio. Overigens wordt dit meerjarenbeeld pas definitief duidelijk als ook de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds met ingang van de begroting 2023 worden meegenomen. Rekening houdend met de onbenutte belastingcapaciteit is de theoretische structurele weerstandscapaciteit ruim voldoende.